Kloof tussen rijk en arm toegenomen onder Blair
De kloof tussen rijk en arm in Groot-Brittannië is onder de Labour-regering van premier Tony Blair de afgelopen zeven jaar toegenomen. Dat blijkt uit een studie van het invloedrijke Britse instituut voor openbaar beleidsonderzoek IPPR, dat maandag is gepubliceerd. Hoewel minder mensen in armoede leven zijn de onderlinge verschillen toegenomen. Eentiende van de Britten heeft nu 54 procent van de rijkdom in handen. Tien jaar geleden was dat nog 47 procent. De rijkste 1 procent zag het vermogen verdubbelen tot 13 procent. Bijna een kwart van de Britse kinderen leefde twee jaar geleden in een huishouden met een inkomen dat 60 procent onder het landelijk gemiddelde lag. In Denemarken was dat op dat moment 5 procent, in Zweden 10 procent en Duitsland 14 procent. Verder vallen de welvaartsverschillen tussen de verschillende delen van Groot-Brittannië op. In het noorden is de werkloosheid tweemaal zo hoog als in het zuidoosten. Bij zijn aantreden in 1997 had de sociaal-democraat Blair juist beloofd met de erfenis van de conservatieve regeringen onder Margaret Thatcher en John Major te breken en naar meer gelijkheid te streven. Daar is blijkbaar (nog) niet veel van in huis gekomen.
Lees het volledige IPPR rapport
Lees het volledige IPPR rapport
Comments